06 december 2022

Onderzoek: wat leren de studenten in de leerteams?


Wat leren de studenten eigenlijk binnen de leerteams? Met deze vraag hield Lianne Post, onder andere junior-onderzoeker bij Hogeschool KPZ, zich in het schooljaar 2021/2022 bezig. Drie interprofessionele leerteams vanuit drie verschillende organisaties deden mee aan haar onderzoek. Uit de resultaten blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen hoe de studenten in deze leerteams zich ontwikkelen. De volgende stap is de ontwikkeling van een tool.

Sinds 2019 nemen studenten vanuit allerlei verschillende achtergronden deel aan de interprofessionele leerteams van het Innovatiecluster Kind en Educatie. Er wordt hard gewerkt aan interprofessionele vraagstukken en aan de persoonlijke ontwikkeling van de studenten. Lianne onderzocht hoe deze ontwikkeling er in de praktijk uitziet.

Het onderzoek
Lianne vertelt: “Ik zocht naar het antwoord op de vraag: ‘Op welke manier ontwikkelen studenten de vaardigheden die je nodig hebt om interprofessioneel samen te kunnen werken?’ (deze vaardigheden – ook wel grenscompetenties* genoemd – zijn: identificatie, reflectie, coördinatie en transformatie). 

Tijdens het onderzoek zijn zowel studenten als leerteambegeleiders apart van elkaar geïnterviewd om een beeld te kunnen schetsen hoe studenten zich ontwikkelen in de leerteams. Lianne: “Elk team heb ik één keer bezocht ter kennismaking en observatie en één keer geïnterviewd in de vorm van een focusgroep. Daarnaast heb ik van elk team één begeleider eenmaal geïnterviewd.”

De resultaten
Uit de resultaten blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen hoe de studenten in de verschillende leerteams zich ontwikkelen. Lianne: “Wat bijvoorbeeld verschilt is de mate waarin de studenten de verschillende grenscompetenties in het algemeen ontwikkelen. Het meest ontwikkelen ze de competentie identificatie, daarna volgen coördinatie en reflectie. Het minst ontwikkeld is transformatie. Daarbij is de competentie identificatie in elk team in meer of mindere mate door studenten ontwikkeld en de competentie transformatie door geen enkele student. Om de reden(en) hiervoor te achterhalen, zou vervolgonderzoek nodig zijn.”

Ook blijkt dat de aanpak van de begeleiders sterk verschilt per team: “Al wil ik benadrukken dat er niet één manier van begeleiden is. Wel is het goed om te streven naar meer uniformiteit waarbij scaffolding – veel begeleiding bij de start gedurende het proces – steeds meer wordt overgedragen naar het leerteam.”

Zes factoren beïnvloeden ontwikkeling

Er blijken zes factoren van invloed te zijn op de ontwikkeling van studenten in de teams:

1. De verschillende achtergronden van studenten 
Dit leidt tot de moeilijkheid dat studenten verschillende studie- en stagedagen hebben, terwijl de kracht van interprofessioneel samenwerken ligt in het samenkomen en een relatie opbouwen. 

2. Communicatie: blijf dicht bij de student
In de teams wordt via verschillende wegen gecommuniceerd. Het ene team gebruikt WhatsApp, het andere e-mail. Het communiceren via WhatsApp lijkt tot een betere ontwikkeling van studenten te leiden. 

3. Afspraken nakomen 
Grote verschillen zijn zichtbaar tussen hoe vaak leerteams afspreken. Variërend van een aantal keer per jaar, tot maandelijks of wekelijks. Het is vooral een voorspelbaar ritme dat een positieve invloed lijkt te hebben op de ontwikkeling van studenten. 

4. Het aantal deelnemers 
Het meest genoemde probleem is: te weinig deelnemers om daadwerkelijk interprofessioneel te kunnen samenwerken. In een klein team kan de afwezigheid van één of twee studenten er al toe leiden dat interprofessioneel samenwerken niet meer mogelijk is. 

5. De manier van begeleiden
Er is een duidelijk verschil te zien in de manier waarop de begeleiders de begeleiding van de leerteams oppakken. De vorm die vooral als positief wordt ervaren is het inzetten van scaffolding is. Hierbij bouwt de begeleider de verantwoordelijkheid die studenten krijgen stap voor stap op.

6. De houding en motivatie van studenten
De houding en motivatie van studenten leidt tot zowel positieve als negatieve ontwikkelingsprocessen. Alle begeleiders en studenten benadrukten de grote invloed hiervan. 

De volgende stap: een tool
“Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek werken we aan de ontwikkeling van een tool die begeleiders en docenten kan helpen om studenten te laten werken aan de ontwikkeling van grenscompetenties”, vertelt Lianne. 

Ze licht toe: “Met zo’n tool kunnen we de doelen die we binnen het project hebben gesteld ten aanzien van de studenten – het leren van die vaardigheden om interprofessioneel te kunnen samenwerken – voor iedereen expliciet maken en krijgen begeleiders en docenten handvatten om hier actief mee aan de slag te gaan.”

“Natuurlijk verschilt ontzettend per student wat de uiteindelijke persoonlijke doelen zullen zijn. Maar voor elke student geldt dat het doel is dat ze groeien in de ontwikkeling van hun grenscompetenties”, voegt Lianne nog toe.

Momenteel bevindt de ontwikkeling van de tool zich in de eerste ontwerpfase. “We nemen verschillende complexiteitniveaus op, zodanig dat docenten en begeleiders zelf kunnen bepalen aan welke doelen ze willen werken met de specifieke groep studenten die ze op dat moment voor zich hebben. ”Dit voorjaar zijn er twee werkplaatsbijeenkomsten (7 februari en 11 mei) waarin we collega’s vragen mee te denken. Bedoeling is dat er richting de zomervakantie een bruikbare tool ligt.”

Even voorstellen
Lianne Post is afgestudeerd aan de Universitaire Pabo en heeft vervolgens de master Technische Onderwijswetenschappen aan de Universiteit Twente gedaan. Die rondde ze af met dit onderzoek binnen het Innovatiecluster Kind en Educatie. Inmiddels staat ze voor de klas op een nieuwkomersschool en werkt ze als junior onderzoeker bij Hogeschool KPZ binnen de programmalijn Interprofessioneel Samenwerken.

Meer lezen of vragen? 
Lees hier het volledige onderzoek (in het Engels). 
Lees hier het artikel over dit onderzoek in Veerkracht (nr. 3/2022). 
Mail voor meer info naar innovatiecluster@landstede.nl (t.a.v. Lianne Post).


* De vier categorieën van grenscompetenties:

- Identificatie betekent dat de student in staat is haar eigen rol en die van anderen te herkennen en in te zetten ten behoeve van het team.

- Coördinatie betekent dat de student in staat is efficiënt gebruik te maken van gedeelde middelen of procedures die de samenwerking ondersteunen.

- Reflectie betekent dat de student in staat is tot het anders gaan kijken naar zichzelf door de invloed van anderen en in staat is tot het mede-creëren van een gedeeld perspectief van het team.

- Transformatie betekent dat de student geconfronteerd is met de noodzaak voor verandering, deze noodzaak in samenwerking met anderen te lijf gaat en onderdeel wordt van een blijvende veranderde praktijk. Denken en doen raken geïntegreerd met de rest van het team.