‘We willen studenten opleiden met de juiste attitude en vaardigheden

“Het is best wel een zoektocht.” Dat zegt Erik Buchner, een van de deelnemers aan de eerste twee Werkplaatsen die we dit voorjaar organiseerden voor iedereen die zich bezighoudt met het curriculum van mbo en hbo. Samen keken de deelnemers naar hoe ze interprofessioneel samenwerken daarin een plek kunnen geven. Erik, Sifra Kooijker en Henk Grit delen hun ervaringen en visie. Lees meer.

Sifra is docent/coach bij het team Pedagogisch Werk van Landstede MBO. Erik en Henk zijn allebei docent, trainer en curriculumontwikkelaar bij de pabo van Hogeschool Viaa. Henk is daarnaast nog voorzitter van de projectgroep Interprofessioneel werken van de pabo.


Waarom zijn de Werkplaatsen belangrijk?

Sifra: “Binnen de opleidingen Pedagogisch Werk hebben wij leerwerkbedrijven waarin we proberen interprofessioneel samenwerken na te bootsen. Dus voor mij is het interessant om erbij te zijn.”
Henk: “Voor Viaa is het belangrijk dat we de pabo-studenten opleiden tot professionals die bereid zijn om interprofessioneel te werken, maar ook het belang daarvan inzien. Maar wij moeten dan wel weten hoe je dat aanpakt.”
Erik voegt toe: “Binnen de pabo ontwikkelen we een nieuw curriculum. Een van de acht ontwerpprincipes heeft heel veel met interprofessioneel samenwerken te maken. Binnen twee, drie jaar is het onderdeel van de opleidingen. Daarom zijn wij bij de Werkplaatsen.”


Tijdens de eerste Werkplaats in februari zijn jullie bezig geweest met competenties die de studenten nodig hebben om interprofessioneel te kunnen samenwerken. Deze competenties vormden de bouwstenen voor de Bouwstenenbox die jullie na afloop van de tweede Werkplaats meekregen.

Henk: “Ja, die bouwstenen zijn waardevol, dat zijn ingrediënten die we kunnen gebruiken in ons curriculum.”
Ook de tweede bijeenkomst in mei was waardevol, aldus Erik: “We bouwden door aan het curriculum met een leuke creatieve werkvorm, Lego Serious Play. Dat gaf meer inzicht in wie je bent en wat je visie is.”


Wat viel jullie specifiek op?

Sifra: “Bij de eerste Werkplaats viel mij op dat we allemaal graag willen samenwerken, maar dat op dat moment bij sommige scholen de deur nog dichtzat. Deels kwam dat door de gescheiden werelden van mbo en hbo. Inmiddels is die deur wel open, de scholen werken steeds meer samen. Dat is mooi, want het uiteindelijke doel is om opleidingen met elkaar verbinden.”
Henk beaamt: “Dat zou tof zijn natuurlijk. Ik zie het hier bij ons ook: we hebben maar drie academies, maar ze werken nog weinig samen. In ons strategisch beleidsplan staat dat we interprofessioneel gaan werken. Alleen iedereen denkt: ‘Ja, maar hoe?’ Het begint bij ons als docenten, dat wij de urgentie en het belang ervan inzien en dat kunnen overbrengen naar studenten.”

Henk: ”Tijdens de Werkplaatsen zelf vond ik het vooral inspirerend dat je met collega’s van andere opleidingen nadenkt en stoeit over wat interprofessioneel samenwerken nou precies is, maar ook wat dat betekent voor opleiden. Gaandeweg kom ik erachter dat interprofessioneel werken niet zozeer in het opleiden zit, maar dat opleiden leidt tot interprofessioneel samenwerken. Wat mij aanvankelijk verwarde, was dat studenten interprofessioneel met elkaar aan de gang gaan. Maar kijk ik naar de theorie, dan betekent interprofessioneel werken het op gelijkwaardige basis samenwerken van deskundigen rondom een casus van bijvoorbeeld een kind. Wat studenten dus nodig hebben is attitude, competenties, kennis én een besef van urgentie om te komen tot interprofessioneel samenwerken.”

“En dat leren ze als het goed is in de leerteams”, vult Erik aan. Daar oefenen ze en leren ze de vaardigheden en een houding waarmee ze straks, zodra ze professional zijn, interprofessioneel aan de slag kunnen.”


Het is dus belangrijk dat interprofessioneel samenwerken in het curriculum komt.

Sifra: “Zeker. Als het in zowel de mbo- als de hbo-opleidingen aan de orde komt, is doorstromen ook makkelijker voor onze mbo-studenten: ze weten immers al wat interprofessioneel samenwerken inhoudt. Daarbij kunnen ze gebruik maken van elkaars expertise.”
Erik vult aan: “Wij krijgen pabo-studenten die op meer dan alleen lesgeven en leerkracht zijn georiënteerd zijn, oftewel een breder opgeleide professional. En dat komt het kind weer ten goede.”
Henk beaamt: “Je haalt de schotten weg tussen professionals. Ze ontdekken dat als je samenwerkt met een andere professional een plus een niet twee, maar drie is. Houding en vaardigheden: dat maakt het verschil.”

“En als opleidingen kunnen we er ook van leren. Als wij meer interprofessioneel samenwerken, dan is dat ook weer een voorleving voor het werkveld en de studenten”, zegt Sifra. “Als mbo kunnen we bijvoorbeeld met meer hbo’s gaan samenwerken. Dat komt meteen ten goede aan de studenten. Want hoe meer wij als coaches weten er van ons verwacht wordt als het gaat om het doorstromen van studenten, hoe beter wij ze kunnen overdragen.”


Wat maakt het lastig?

Erik: “Als deelnemers aan de Werkplaatsen zijn wij eigenlijk de vooruitgeschoven pionnen van ons team. De bedoeling is dat wij het hele team meenemen en bekend maken met het gedachtegoed van interprofessioneel samenwerken. Dat is best wel een zoektocht.”

Sifra: “Daarbij komt dat interprofessioneel samenwerken iets is wat je in de praktijk gaat doen. Maar er zijn nog vrij weinig plekken waar dat gebeurt. En dat is een heikel punt: je wilt je studenten daarvoor opleiden, want dat is de toekomst.”

Erik bevestigt: “We lopen wat op de muziek vooruit. Het werkveld kent de term ‘interprofessioneel samenwerken’ pas een paar jaar. Al wordt er op zich al wel interprofessioneel samengewerkt, meer dan men weet.” Sifra herkent dat ook wat betreft het curriculum: “Heel veel van wat je met je studenten doet en in het curriculum staat valt ook onder de noemer ‘interprofessioneel samenwerken’. Alleen heet het dan anders. Dus daar moeten we goed naar kijken.”

Erik besluit: “Bij vernieuwing is het vaak zo dat we niet aansluiten bij wat er al is. Misschien moeten we daar meer naar op zoek gaan en dat uitbreiden. Tegelijk moeten we ervoor waken dat we niet alles in systemen, in overlegorganen, willen inbedden. Dan staat kind weer zo niet voorop. De kracht is juist dat het om mensen gaat, mensen met de juiste attitude en vaardigheden. Mensen die met een probleem te maken krijgen en iemand zoeken die kan helpen.”


Lees hier meer over de tweede Werkplaats en de derde Werkplaats die op 10 oktober plaatsvindt.