1.1. Ik weet wat mijn vakkennis, vaardigheden en talenten zijn en kan die ook beschrijven
1.2 Ik weet welke professionals in mijn netwerk zitten en met wie ik te maken heb of krijg
1.3 Ik waardeer, respecteer en stimuleer de inbreng van andere professionals
Bij het samen werken in de praktijk, vind je het fijn om ook de ideeën, mening en voorbeelden van anderen te horen. Zij hebben een andere invalshoek dan jij hebt vanuit jouw opleiding. Het gaat er hierbij om dat je kunt luisteren, doorvragen en nieuwsgierig bent naar hoe een ander ergens over denkt. Je vraagt daar ook actief naar.
1.4 Ik kan met andere professionals een werkrelatie opbouwen en onderhouden
Je kunt passend bij de situatie in de praktijk contact opnemen met de professional die kan helpen in de situatie voor het kind of ouders. Je houdt contact over de situatie wanneer dat nodig is. Als iemand anders vraagt of jij mee wilt denken in een casus, werk je daar ook aan mee. Zo bouw je aan een professioneel netwerk.
1.5 Ik ken en herken welke rol, vakkennis, vaardigheden en talenten andere professionals hebben en waardeer hoe zij voor mijn beroep van belang zijn
Je neemt contact op met een andere professional wanneer jouw kennis en mogelijkheden niet voldoende zijn om het kind of ouders te helpen. Soms vraagt een situatie die meer dan wat jij kunt bieden. Je weet precies bij wie je moet zijn en hebt daar ook korte lijntjes mee. Je hebt er vertrouwen in dat wanneer je hen inschakelt, je samen met hen de juiste aanpak kunt afstemmen voor kind en ouders.
1.6 Ik ken de verantwoordelijkheden die passen bij mijn rol en beroep en ken die ook van de andere professionals. Ik kan mijn eigen kennis en kunde inzetten in de samenwerking
Je weet wat vanuit jouw beroep gevraagd wordt in het samenwerken met andere professionals en wat jouw sterke kanten zijn die je daarin meeneemt. Jij en de andere professionals vullen elkaar aan. Samen kunnen jullie een optimale ontwikkel- en leeromgeving bieden aan kinderen.