1.1. Ik weet wat mijn vakkennis, vaardigheden en talenten zijn en kan die ook beschrijven

  • Mijn Beroep en Kwaliteitenspel Mijn Beroep en Kwaliteitenspel

    • Je kunt vertellen wat je inhoudelijk hebt geleerd over het beroep (welke vaktaal, begrippen, theorieën zijn belangrijk) en wat je daarvoor moet kunnen (handelen op kind-, groeps-, organisatieniveau en omgaan met ouders van kinderen). Je kunt vertellen waar je goed in bent en kunt gebruiken in je beroep (communicatie, persoonlijke vaardigheden, ICT-vaardigheden, etc.).
    • Je speelt met elkaar het ‘Kwaliteitenspel’, zodat je jezelf en de ander leert kennen in kwaliteiten. Kan ook de kinderversie zijn.



    Waar te vinden?
      • Kwaliteitenspel. Peter Gerrickens, ISBN: 97890 74123 013 Kwaliteitenspel is een gedeponeerd handelsmerk.
      • Kinderkwaliteitenspel: M. Evers, E. Loman, W. Soepboer, 2006, ‎ EDG Thuiswinkel (Uitgeverij), ISBN-10: 9065085548.
  • Kernkwadranten Kernkwadranten

    • Je vult voor jezelf een aantal kernkwadranten in. Zo leer je over wat je eigen sterktes en valkuilen zijn.

        
    Waar te vinden? 
      • Ofman, D. (2001). Core qualities: A gateway to human resources. Schiedam: Scriptum.
  • Vaktermen Vaktermen

    • Je noteert voor jezelf een aantal vaktermen die voor jou tijdens de opleiding en/of praktijk belangrijk zijn voor het werk wat je gaat doen. Die kernbegrippen breng je in tijdens een bijeenkomst met andere professionals of studenten. 
  • Mijn Doelen Mijn Doelen

    • Je brengt je leerdoelen en leerwinst onder woorden in een bijeenkomst met andere professionals of studenten.
  • Mijn Binnenste Buiten Mijn Binnenste Buiten

    • Je doet mee met opdrachten uit het boek “Mijn Binnenste Buiten” van Manon Ruijters e.a..



    Waar te vinden? 
      • Ruijters, M., Van Luin, G., Wortelboer, F. e.a. (2019). Mijn Binnenste Buiten – Werken aan je professionele identiteit. Boom uitg. ISBN13: 9789462762855.
      • Manon Ruijters, Van Luin, G., Van Bethum, N., Bierlaagh, D. e.a. (2023). Stevig (leren) staan- Aan de slag met professionele identiteit in beroep en opleiding. Boom uitg. ISBN13: 9789024458417.
  • Talentscan Talentscan

    • Je doet een talentscan (op internet zijn verschillende scans te vinden).
  • Reflecteren Reflecteren

    • Je doet mee met een reflectievorm of feedbackvorm. Bijvoorbeeld met behulp van de reflectietool (Van Dongen et al., 2023).

    Waar te vinden? 
      • Van Dongen, J., Fanchamps, N., & Keuning, T. (2023). Reflecteren op interprofessionele samenwerking. Basisschoolmanagement, 6, 26–28.

1.2 Ik weet welke professionals in mijn netwerk zitten en met wie ik te maken heb of krijg

  • Collega's Collega's

    • Je kunt vertellen welke collega’s je naast je eigen beroepsgroep tegenkomt in jouw praktijk. Bijvoorbeeld binnen een IKC heb je als leraar niet alleen te maken met andere leraren, maar ook met collega’s van de voor-tussen-naschoolse (kinder)opvang, logopedisten, de schoolarts, een wijkagent, iemand van de buurtbibliotheek, de sportcoach, etc.
  • Sociale Kaart Sociale Kaart

    • Je maakt een sociale kaart van de organisatie waar je stageloopt of werkt.

  • Interviews Interviews

    • Je neemt interviews af met minimaal drie verschillende beroepsgroepen die je tegenkomt in de eigen praktijk, met daarnaast ook minimaal één interview met een ouder.
  • Rollen Rollen

    • Je beschrijft de rol, taken en verantwoordelijkheden van de andere professionals.
  • Samenwerken Samenwerken

    • Je gaat als studenten van verschillende opleidingen mét elkaar aan de slag met één samenwerkingsopdracht.

1.3 Ik waardeer, respecteer en stimuleer de inbreng van andere professionals

Bij het samen werken in de praktijk, vind je het fijn om ook de ideeën, mening en voorbeelden van anderen te horen. Zij hebben een andere invalshoek dan jij hebt vanuit jouw opleiding. Het gaat er hierbij om dat je kunt luisteren, doorvragen en nieuwsgierig bent naar hoe een ander ergens over denkt. Je vraagt daar ook actief naar.

  • Andere Professionals Andere Professionals

    • Aan het woord: Ik kom tijdens bijeenkomsten aan het woord en vertel over het onderwerp van die bijeenkomst vanuit mijn eigen perspectief. Daarnaast luister ik aandachtig naar de anderen.
    • Spreken & Luisteren: Ik voer actief luister- en spreekopdrachten uit. 
    • Praktijkgerichte Casussen: Rollenspelen in gesprek: vind een casus waarin verschillende betrokkenen rondom het kind aanwezig zijn en verdeel de rollen onder de studenten. Reflecteer op ieders inbreng vanuit de rol die zij innemen.
    • Discussiedeelname: Ik voer een discussie aan de hand van stellingen.
    • Onder de Ijsberg: Ik doe mee met werkvormen waar eigen en andermans gedrag en houding bespreekbaar wordt.
    • Gespreksleiderschap: Ik krijg af en toe de rol van gespreksleider toebedeeld. Op deze manier word ik als het ware gedwongen om alle meningen en invalshoeken tijdens het gesprek aan bod te laten komen. Ik word gevraagd bewust te luisteren naar andere invalshoeken. 

1.4 Ik kan met andere professionals een werkrelatie opbouwen en onderhouden

Je kunt passend bij de situatie in de praktijk contact opnemen met de professional die kan helpen in de situatie voor het kind of ouders. Je houdt contact over de situatie wanneer dat nodig is. Als iemand anders vraagt of jij mee wilt denken in een casus, werk je daar ook aan mee. Zo bouw je aan een professioneel netwerk.

  • Werkrelatie Opbouwen en Onderhouden Werkrelatie Opbouwen en Onderhouden

    • Gastsprekers: Je luistert geïnteresseerd naar gastsprekers. Zoals een wijkverpleegkundige die vertelt hoe  hij of zij netwerk opbouwt en onderhoudt. Je vraagt naar ervaringen. Bijvoorbeeld met ouders en kinderen en hoort wat helpend kan zijn als ouders in de ontkenning of weerstand schieten.
    • Mijn netwerk: Je brengt je netwerk in kaart. Beginnend met je privé-netwerk. Dan kijk je hoe je professioneel netwerk eruit zou kunnen zien. Je gaat tot slot aan de slag met het opzetten van een LinkedIn account.
    • Professioneel op de Socials: Je volgt een les over Social media. Welk medium is geschikt om een professioneel netwerk op te bouwen? Hoe communiceer je online op een professionele manier?
    • Speeddaten: Je neemt deel aan een speeddate sessie tussen verschillende opleidingen in mbo en hbo, eventueel met vertegenwoordigers uit het werkveld.
    • Onderzoek: Je onderzoekt hoe professionele netwerken in de (stage)praktijk tot stand komen en worden onderhouden.

1.5 Ik ken en herken welke rol, vakkennis, vaardigheden en talenten andere professionals hebben en waardeer hoe zij voor mijn beroep van belang zijn

Je neemt contact op met een andere professional wanneer jouw kennis en mogelijkheden niet voldoende zijn om het kind of ouders te helpen. Soms vraagt een situatie die meer dan wat jij kunt bieden. Je weet precies bij wie je moet zijn en hebt daar ook korte lijntjes mee. Je hebt er vertrouwen in dat wanneer je hen inschakelt, je samen met hen de juiste aanpak kunt afstemmen voor kind en ouders.

  • Professionals Professionals

    • Mijn Rol: Je brengt in beeld wat jouw rol, vakkennis, vaardigheden en talenten zijn in je (toekomstig) beroep.
    • Goed Kijken: Je observeert enkele professionals in hun werk en beschrijft wat hun rol, vakkennis, vaardigheden en talenten zijn.
    • In Gesprek: Je gaat (op basis van je observaties) in gesprek met professionals die betrokken zijn bij de kinderen waarmee jij werkt op je stage. Je stelt hierbij vragen over hun rol, vakkennis, vaardigheden en talenten die ze inzetten.
    • Wat weet ik nu?: Je schrijft een conclusie over wat je geleerd hebt over de andere professional(s) en geeft antwoord op de vraag: Wat kunnen zij betekenen voor de ontwikkeling van de kinderen?

1.6 Ik ken de verantwoordelijkheden die passen bij mijn rol en beroep en ken die ook van de andere professionals. Ik kan mijn eigen kennis en kunde inzetten in de samenwerking

Je weet wat vanuit jouw beroep gevraagd wordt in het samenwerken met andere professionals en wat jouw sterke kanten zijn die je daarin meeneemt. Jij en de andere professionals vullen elkaar aan. Samen kunnen jullie een optimale ontwikkel- en leeromgeving bieden aan kinderen.

  • Casus en Rollenspel Casus en Rollenspel

    • Casusbeschrijving: Je beschrijft een casus/voorbeeld van jouw stage over een ontwikkelingsvraag van een kind. Verdeel de taken onder professionals die bij dat kind betrokken zijn. Onderbouw hoe de taken passen bij de verantwoordelijkheden van de betrokken professionals.
    • Rollenspel: Je oefent en verkent in een rollenspel elkaars professionele verantwoordelijkheden rondom een ontwikkelingsbehoefte van een kind. Je oefent hierin het luisteren naar de expertise van de ander en het inbrengen van je eigen expertise.