3.1 Ik herken en weet wat ik zelf moeilijk vind in het samenwerken en bespreek dat met de professionals waarmee ik samenwerk
Het gaat er hierbij om dat je leert herkennen wat jouw valkuilen zijn in interprofessionele samenwerking. Hier ga je voor jezelf mee aan de slag. Het is belangrijk dat je hier eerlijk over kunt spreken met degenen met wie je samenwerkt.
3.2 Ik werk bewust aan het oplossen van wat ik moeilijk vind in het interprofessioneel samenwerken
Het doel is hier dat je, je bewust bent van wat jij specifiek moeilijk vindt tijdens het interprofessioneel samenwerken. Daarnaast ga je proberen om hier woorden aan te geven, zodat je een oplossing kan vinden voor de dingen die jou in de weg staan tijdens het interprofessioneel samenwerken.
3.3 Ik herken en weet wat we als interprofessioneel team moeilijk vinden in het samenwerken en bespreek dat met de professionals waarmee ik samenwerk
Het doel is dat de hele groep zich bewust is van de uitdagingen die ontstaan zijn in de groep. Het is nodig dat iedereen hier eerlijk over kan zijn, om hier een helder beeld van de krijgen. Dit vraagt om een veilige sfeer in de groep. Jullie gaan proberen met elkaar woorden te geven aan de dingen die jullie interprofessionele samenwerking in de weg staan.
3.4 Ik werk actief mee aan het oplossen van problemen in de interprofessionele samenwerking
Het is nu duidelijk waar de problemen in de interprofessionele samenwerking in de groep. Jij bent je hier bewust van. Je gaat er actief mee aan de slag om deze problemen op te lossen. Je ‘pakt je rol’ en levert een positieve bijdrage.
3.5 Ik ga respectvol en zorgvuldig om met conflicten in de interprofessionele samenwerking
In een gesprek worden gevoeligheden besproken, iedereen mag zonder onderbreking het woord voeren en vooraf worden gespreksregels vastgesteld. In het gesprek zijn alle deelnemers gelijkwaardig aan elkaar en laten elkaar in hun waarde. Hierbij kun je gebruikmaken van middelen/methoden die helpen bij het oplossen van conflicten.